de laatste dagen in Oruro

3 december 2008 - Oruro, Bolivia

Halloho! Hier een laatste bericht vooraleer ik Oruro voor een paar maand achter me laat…

Dinsdag of woensdag vertrek ik richting La Paz om van daaruit verder te gaan richting… de jungle! Phoew, ik heb precies wel wat nood aan wat rondreizen, eens niet een hele dag achter die computer zitten… de laatste maand stond bijna volledig in teken van m’n thesis. Aangezien het de laatste weken waren om informatie, bronnen… in te zamelen, zat ik bijna elk weekend in Turco om oudjes te zoeken die me wat meer over hun herinneringen aan lang vervlogen tijden konden vertellen en “dorpsautoriteiten” die me met enkele onduidelijkheden over hoe het besturen van zo’n plattelandsdorp met alle traditionele en staatsfuncties erop en eraan. Dat was soms een frustrerend gedoe… één keer kwam ik de donderdag toe in Turco (en deze ene keer helemaal alleen) en van mn hele lijstje met “te interviewen personen” was er niet ééntje thuis (ofwel aan t werk op hun erf – dat kan een uur rijden zijn van het dorpscentrum en t is niet dat er wegen, openbaar vervoer of zo voorzien is – ofwel in Oruro fruit groenten en andere zaken die je in Turco niet vindt aan het inkopen ofwel…) … en áls ze dan thuis zijn is t meestal omdat er iets te doen is in het dorp (vb met Todos Santos, Allerheiligen... heb ik daar al over verteld? interessant gebeuren!) en dan zijn de meesten te zat om er een deftige babbel mee te doen… en als ze niét zat zijn, dan zijn die oudjes dikwijls een beetje te veel aan de dove kant om mijn vragen verstaanbaar te maken. Oké, dit klinkt mss té negatief… ik heb wel het één en ander kunnen doen hoor en ik begin me bijna een “turqueña” te voelen, maar na 3 dagen heb je nood aan een stad of ergens waar een douche is, iéts van communicatie (meer dan 1 openbare telefoon, gsm-verbinding, internet, wathever), een markt met vers fruit en groenten… zeker als (die ene keer toen ik dus alleen toekwam in Turco) de pastoor van t dorp niet thuis is (meestal bleven we in zijn huis logeren, met keuken en badkamer, tv… ter beschikking) en je in het logeerkamertje van het gemeentehuis moet verblijven (oké, een goed bed, een stopcontact en een lamp en beneden een smérige wc… maar meer niét). Maar t is altijd wel een leuke afwisseling, op de “boerebuiten”, vrouwtjes die breiend door de straatjes wandelen, kindjes die bij de beek spelen of met een tol of een hoepel (een oud fietswiel) op het dorpsplein spelen, elke zondagochtend de vlag heisen en iedereen die dan uit volle borst het volkslied zingt (“…morir antes de esclavos vivir”)… Mijn laatste weekend in Turco heb ik afgesloten met een “workshop” met de vereniging voor de derde leeftijd (een soort groepsinterview). Van de 30 aanwezigen zijn er altijd maar een paar die het woord voeren, maar ze kwamen allemaal dicht bij mijn computerschermpje schuiven om achteraf foto’s van België te zien. Ze stellen hier altijd een boel vragen: wat wordt er geproduceerd? Die schaapjes in je tuin, hoe groot zijn die en hoeveel wegen die per stuk? Hoe zit het juist met (de rechten van) de inheemse volkeren in België? Hoeveel belastingen betalen jullie in België per hectare? En dan zijn er nog de oudjes die denken dat ik van artsen zonder grenzen of zo ben … “ah, jij hebt zeker medicamenten voor ons meegebracht hé?”… “Ik heb hier pijn in mn maag, wat moet ik doen, heb je daar niet een pilletje voor?” … en dan don Marcelino die we de avond ervoor nogal aan de zatte kant waren tegengekomen: “ik heb de laatste tijd zo’n last van en droge keel”…

Aangezien mijn weekends vol zaten met Turco is er van reizen niet zoveel gekomen, enkel dit weekend eventjes vlug over en weer naar Cochabamba… t was “entrada universitaria” (alle faculteiten dansen de hele dag carnavalsdansen in een stoet door de straten) en ’s avonds veel feest (’t is hier t einde van het schooljaar dus alle studenten zijn in vakantie).

De rest van de maand s avonds moe in de zetel geploft (t was wat erg aan het worden, Maria en ik kennen de volledige programmatie van de Amerikaanse series al vanbuiten, tot de reclameteksten toe) en af en toe wat leuke cafeetjes in het centrum gaan verkennen (t probleem is dat je die cafés echt wel moet kennen om te weten dat het een café is… en daar heb je locals voor nodig en die bezien ons doorgaans als toeristen op doorreis).

Ondertussen bereid ik me mentaal voor op bakken regen, zwermen muggen en andere beestjes, liters tropisch zweet en veeeeel jungle-diertjes! Én ik ben afscheid aan het nemen van Oruro … t heeft me wat tijd gekost om die stad te leren appreciëren, maar ze hééft wel iets… iets authentieks in tegenstelling tot toeristische en “blanke” steden zoals Sucre (hoewel dat wel een zalige stad is). Hier ben ik een halve Boliviaan geworden… charque (zongedroogd lamavlees dat nogal aan de vettige kant gebakken wordt en gegeten met mais en patatten) is mss niet mijn favoriet, maar salteñas, tucumanis, rellenas (yuca, papa, chuño of arroz), empanadas, gefrituurde bakbananen, maní (pindanootjes), schijfjes ananas, stukken watermeloen of papaya, zalig sappige mango’s, kaneelijsjes… kortom, alles dat je hier om de 5 meter voor geen geld in de straat kan kopen en uit het vuistje kan eten, daar zeg ik geen nee tegen! Ik spreek vlot een mondje “boliviaans” (gewoon aan het eind van elke zin “pues” of “psss” zeggen en elk woord in verkleinvorm gebruiken)… En ik leef natuurlijk zoals elke Orureño voor het carnaval (tja, Maria en ik zijn nog altijd druk een tinku-groep aan het zoeken, hopelijk vinden we der eentje voor ik hier vertrek).

Oké, ik zou hier nog vanalles kunnen vertellen over het leven in Oruro, in Turco, maar t is wat lang aan het worden … voor details kan je me vanaf maart uitvragen!

Ciao ciao,

hanne

Foto’s

1 Reactie

  1. ine:
    14 december 2008
    heej,

    je moet hier wel een adressen lijst aanmaken naar wie hij dan telkens stuurt als er iets nieuws op je blog komt!!!
    ik krijg dit bijv niet door...
    grusen
    ine